Het
kommunistisch manifest voor het 3de millenium
Niet voor raadselvrienden. Alleen om door te lezen. Vandaar eens bij
wijze van uitzondering ietwat langdurig. Kan echter daarom levensverlengend
werken. Ook onbloedig.
intern/extern
Artsenklasse moet weg
Klassenloze samenleving het doel
Hier met de Patiëntenklasse!
Erop uit naar de groene eerste mei?
1.)
Gezondheid is een biologistisch-nazistisch hersenspinsel,
constateerde
het SPK al in 1970, anderen tot op de dag vandaag niet („verwarrend“,
„niet ter zake doend“, „afleidend“, „massavijandig“ enz., wij kennen de
spreuken). Inmiddels staat het ook in de pers. Als feit, als iets gemaakts.
Wiens maaksel, namelijk „geneeskunst“, allang geen vraag meer: „In het
tijdperk van de genetische databanken zullen er gezonde mensen niet meer
bestaan. Iedereen zal aan zijn genetische data-set kunnen aflezen dat zijn
genbestand vol met fouten zit en dat zijn gezondheidsvooruitzicht door
specifieke erfdefekten verduisterd is. Zodra de gen-diagnostici hun oordeel
over de ziekterisiko’s van een mens hebben uitgesproken, gaan de gen-therapeuten
hun diensten aanbieden hoe aan dit lot te ontsnappen.“ Wie dus vandaag
ook alleen maar het woord gezondheid verspreidt, moet oppassen dat hem
niet de psychiater komt halen omdat-ie last heeft van hersenspinsels.
De gezondheid, het heiligste van het heilige, de allerhoogste
en tot nog toe even vanzelfsprekende als schijnbaar onwrikbare ijk-waarde,
steunpilaar van hoop en illusie bij klein en groot in alle maatschappijen
tot nu toe, is enkel en alleen en voor de eerste keer door het SOCIALISTISCH
PATIËNTENKOLLEKTIEF, het PATIËNTENFRONT ((SPK/PF(H)) tot ontploffing
gebracht (tot zover anderen over ons). Geen een van de 500 daar wilde
nog „gezondheid“, geen ervan heeft sindsdien op iets dergelijks ook nog
maar slechts gerekend. Kortom: het SPK heeft als geheel tastbare en onherroepelijke
zaak, die niet over het hoofd kan worden gezien, ervoor gezorgd dat de
zeepbellen „gezondheid“ en „genezing“ in het openbaar uit elkaar zijn geploft
en voor altijd uit elkaar geploft blijven. Ieder ruimen (ausräumen)
van de mensen, de zieken, de patiënten kwam van elk begin af aan veel
te laat, want de zeepbel gezondheid was, zoals gezegd, sinds de allereerste
begindagen (1965) ontploft. Daar is ook niets aan veranderd doordat achteraf
van vijandskant met beslist vijandige bedoelingen in het „Geneefse Archief
voor Politieke Processen“ aan het SPK wondergenezingen zijn toegedicht.
In het SPK heeft niemand de ziekte van de anderen de ziekte van den anderen
laten zijn. Hij/zij die ziekte de ziekte van de anderen laat zijn, zorgt
ervoor dat er een artsenziekte uit wordt en die heeft repercussies, ook
op hem/haar zelf. Iedereen, werkelijk iedereen, vrouw, man, kind in het
SPK heeft dat daadwerkelijk begrepen, onverschillig hoe veel „zwakzinnigheid“,
„suiker“, „drugsverslaving“, „verlamming“, „stotteren“, „valiumbril“ hem
de geneeskunde daarvóór had toegedicht.
De artsen die altijd al hun norm hebben vastgesteld, en zich als norm,
hebben die norm vaandaag de dag automatisch gemaakt, stellen die norm inmiddels
in werking als automaten, als computers. De anderen brengen haar volautomatisch
mee in werking, die norm, in hun computer-programma’s. Zoedoende is ze
allen allang boven de hoofden uitgegroeid, die artsennorm. Wij hebben haar
sinds 1977 iatrarchie genoemd, die norm. Ze is een praktijk zonder
veroorzaker, zonder verantwoordelijke. Dit dus de nieuwe bourgeoise, de
normoisie. En zij, deze bourgeoise is het, die aan te vallen was, aan te
vallen is en aan te vallen blijft. De oude bourgeoise is passé.
Wie is er verantwoordelijk? Iedereen die daar niet tegen vecht, derhalve
meedoet, ondersteunt, bekleedt de rang van een medisch vakgenoot. Nòg
meer waard dan zijn cellen en organen is hij/zij daardoor echter niet.
Maar producent van meerwaarde, iakapist* , dat echter wel. Ja, de
klassen zijn ook niet meer dat wat ze ooit waren. Maar verdwenen? Daar
zal menigeen nog verbaasd van opkijken. Daar helpen geen uitvluchten, geen
gewauwel van ‘t type: niet mijn vak, ben geen specialist, moeten zij
beslissen/uitmaken.
* Iakapist van Gr.: iatros = arts, en kapitalisme (de vertalers).
De scheidslijn loopt tussen patiëntenklasse en jakkersklasse*
. Het onderscheidende kenmerk heet: patiëntenfront aan de ene kant.
De vijandskant begint al daar waar de medelopers en gedogers zijn. Die
hadden we immers al een keer (de door de geallieerde bezetters na de oorlog
ingestelde zgn. denazifikatiekamers, ook tegen zgn. medelopers, „eenvoudige
NS-partijgenoten“). Ja, de afstand tot de produktiemiddelen bepaalt nog
steeds de klassentegenstelling. Vandaag nog op een heel andere manier.
De produktiekrachten zijn niet meer het gewone fabrieksproletariaat (Industrieproletariat),
maar de kwekers van de „Nieuwe Mens“, de nieuwe fabriekswaar mens. De aarde
met haar grondstoffen is niet meer het produktiemiddel. Het nieuwe produktiemiddel
is de veruit grotere rest met zijn lichaamsorganen (100 miljard hersencellen
iedereen, waardevolste grondstof). En de produktieverhoudingen zijn de
medische, de artsen-normen, opgeslagen in de computer-programma’s. Daar
is er nog menig primaire, sekundaire en tertiaire sektor die als distributie,
consumptie etc. in geen van de oude sjablones meer past, beste meneer de
sociologenclub!
* SPK/PF(H) noemt artsen genereel iakker (vgl. het ezels-“ia“ en iatros) ofwel jakker
(de vertalers).
De ziekte in de handen van het volk! Patiëntenklasse!
De gen-labs, en wat ermee samenhangt, bij het oud ijzer, maar zonder
recycling!
De gen-laboreerders als vuilnisverwijderaars voor en achter hun eigen
deur! In ieder geval onder permanente patiëntenkontrole!
Dat zou er toch al iets zijn voor ‘t grofste!
Ziekte is vandaag overal het allen gemene, het
algemene, en in zoverre de norm en wordt alleen door de artsen
anders geformuleerd. Als ziekte echter toch al het algemene is, waarom
niet meteen ermee beginnen en ziekte op de eerste plaats stellen?
2.)
Het iatrokapitalisme, de artsen maken
‘t mogelijk: het kommunisme wordt door de artsen gerealiseerd.
Hoe dat? Het kommunisme heeft altijd al gepostuleerd, zoals wijlen
al de Griekse filosoof Protagoras, dat de mens niet alleen de maat van
alle dingen is, maar onderdeel voor onderdeel het meest waardevolle en
kostbare tussen hemel en aarde (zie ook de grondwet van Bonn: „De menselijke
waardigheid is onschendbaar“ - ha, ha). Nou is immers de mens vanuit het
gezichtspunt van de artsen onderdeel voor onderdeel tot het allerwaardevolste
geworden* . Ieder menselijk lichaamsdeel, gecultiveerd, opgekweekt
en volledig uitgegroeid in ‘t gen-lab, tot koopwaar gemaakt, rendeert,
amortiseert zichzelf met rente en rente-op-rente in de vorm van miljardenbedragen.
De Vrije Marktekonomie maakt ‘t mogelijk, zelfs dwingend, door fabricage,
massaproductie, de boom (boem!), (strukturele) massa-werkloosheid
afzienbaar nul probleem. Iedere afzonderljke lichaamscel is oneindig waardevol
en mag niet worden verspild, er kan immers al weer een „mens“ van gekloond
worden, als kopie of als levend onderdelenmagazijn.
* Artsenkreet, hier in Nederland in februari 1998 op de radio gehoord: „Hou van ‘t leven,
word donor!“(de vertalers).
Kapitalisme:
Het allermodernste stenen-tijdperk-kapitalisme. Van het oude stenen-tijdperk-kapitalisme
zijn we immers, dankzij de artsenklasse, eens en voor altijd afgeholpen,
genezen. En wel juist door dit moderne. In ‘t oude stenen-tijdperk-kapitalisme,
daar waren nog de dingen waardevol, maar de mens was minder dan drek waard.
Ruilmens, dus te allen tijde vervangbaar: mensensterven geen verderven,
veekreperen dat gat deren. Zoals vroeger kolen in de stoomlokomotives werden
verstookt om de trein te doen rijden, zo werden in het oude stenen-tijdperk-kapitalisme
alle mannen/vrouwen, allen min de verstokers(!), verstookt, en die somtijds
ten langen laatste ook nog mee, opdat er kapitaal wordt geakkumuleerd.
Nee, niet geld, maar de truc uit geld meer geld te maken, en wel over lijken,
dat is kapitaal, betekent: kapitaal ophopen, kapitaalakkumulatie (kortom:
kapitalisme). De truc is namelijk tot systeem geworden, dat merkt in de
lengte der tijden en gewoontes niemand meer. Maar allen voelen het, zijn
van grond af aan ziek, en worden door de artsen dood-ziek gemaakt.
Zo praktizeerden het ook al duizenden jaren terug de artsenpriesters:
willekeurig dingen werden tot goden verklaard en mensen ervoor geofferd.
De mensen waren niets waard, ze dienden hoogstens als slacht-offer-gift
voor de goden. Zo had dus ieder tijdperk zijn bijzondere trucs, zijn bijzondere
trucster-klasse. Dat ging zo nu en dan behoorlijk mis. Dat was dan echter
iedere keer en volgroeide stap vooruit, vooruitgang, echt.
Wordt het doel van de marxisten nu door de artsen ingelost, dat namelijk
niet meer de dingen waardevol worden geacht maar enkel „de mens“?
Nee. De vervreemding wordt tot een nog hogere macht verheven (Die
Entfremdung wird potenziert). Het waardevolle ding
is niet meer goud of een diamant, maar de „biomassa
mens“ is de diamant- en goudmijn van vandaag. Van iedere lichaamscel
kan men een komplete „Nieuwe Mens“ klonen. Dat wat mens wordt genoemd,
wordt zelf nog meer tot ding gemaakt (verdinglicht), tot het meest
waardevolle ding, voor het klonen en/of als onderdelen-magazijn
voor hen, die het zich kunnen permitteren, vreemde lichaamsdelen te kopen.
Waardestof-recycling van het andere soort. Vrijheid: iedereen kan kopen
en verkopen wat-ie wil. Konsekwentie en grond nog in het allermodernste
stenen-tijdperk-kapitalisme: De mens is ontleedbar (oude koek).
De valuta-maat heette vroeger goudreserves, daarna som van de arbeidseenheden,
gemeten in tijd. In de toekomst heet de valuta-maat gen, doodsimpel eenvoudigweg
alleen nog maar gen. Miljarden ervan mag ook jij je eigen noemen. Hou vast
wat je hebt, opdat je niemand van je kroon berooft. Tjonge, jonge! (Mannometer!)
Al in 1965(!): Kwam er een jonge motorrijder in 't holst van
de nacht met modder in plaats van hersens in de chirurgische kliniek. De
medicijnstudenten in de kliniek waren verbouwereerd: Geen arts die een
vin verroert. Niets wordt er gedaan. Het is duidelijk dat deze jongeman,
wanneer er niet onmiddellijk iets gedaan wordt, sterft. Geen arts grijpt
in. Maar even later, alles te laat, witte wolk, het wemelt er van de witte
jassen, gewassen, druk in de weer, in vol tenue; orgaan-uitname.
Mannen/vrouwen worden vóór de tijd „afgekoppeld“, „uitgeschakeld“,
vordat ze „echt“ dood zijn, gevild-en-gesloopt, om aan anderen voor
veel geld organen te kunnen verkopen. „Overbevolking“? De een is er om
doodgemakt te worden, de ander wordt met diens vreemde, ontvreemde, van-de-mensensoort-vervreemde
organen voor het verderleven toegerust. Voor een ieder die verder leeft,
moet er een ander sterven. Zo zorgt men voor elkaar. Het gat dus niet om
het totaal aantal van de levenden bij „overbevolking“. Het gaat er niet
om dat er algemeen minder mannen/vrouwen op aarde behoren te zijn. Anders
waren de artsen om iedereen blij, die aan „orgaanstilstand of -weigering“
doodgaat. Waroom orgaantransplantatie? Dat is een vraag van bij-welke-klasse-behoor-je
(Frage der Klassenzugehörigkeit) en dat maken de artsen
uit: behoor je bij degenen, die op de sterfte-rekening staan (die auf
den Sterbeetat gesetzt sind), of bij de anderen, bij de „uitverkorenen“
voor organtransplantatie? Voor het profijt zorgen de artsen in elk geval.
En überhaupt: overbevolking? Er zijn slechts artsen en de rest
uit hun gezichtspunt alleen „human vegetable“ (groente).
Artsen zonder grenzen, hoe waar! Nee, liberal, dat zijn wij niet, staat
ons immers ook helemal niet vrij. Wie anders staat er dan ook nog maar
iets vrij?
Wij hebben al meer dan 20 jaar geleden (in 1976) openbaar gemaakt:
Iatrokratie: De artsen als klasse-bende-ras, van het medisch moordmonopolie
naar het medisch produktiemonopolie. Sinds 1977 gepubliceerd: Waarde,
geweld en macht hebben wij uit ons vocabulair verwijderd en vervangen door
Iatrarchie. Iatrarchie: Het waardegeweld van de norm der artsen. In 1979
een PF-pamflet tegen een internationaal jakkerscongres (in Maastricht overigens),
thema voeding: Ziekenvreterij der artsen
= het oude en het nieuwe kannibalisme. Oorlogstoneel en slagveld vandaag:
het lichaam.
3.)
De „persoonlijke identiteit“ van de burgerlijken („Baas in eigen buik“)
„vervluchtigt, lost op. Bij het verliefdzijn klopt het hart van een vreemde
harder. Wiens verliefdheid is dat? Wanneer bij een Parkinson-patiënt
foetus-cellen worden geïmplanteerd en hij kan derhalve weer glimlachen:
Wiens glimlach is dat, de glimlach van de zieke of de glimlach van de nooit
geboren foetus?“
Zodoende worden „begrippen zoals lotsbeschikking of identiteit en uniek-zijn
principieel op de helling gezet“; „erosie van de waarden“, „normvervaging“,
peinzen de kranten.
Onze PF-kollektief-identiteit laat zich niet verkassen, niet ontleden,
niet herroepen: politieke identiteit (stabiel-in-de-ruimte), ideologische
identiteit (stabiel-in-de-tijd), revolutionaire identiteit (stabiel-in-de-werkzaamheid).
Het mensenhoofd, overgeplant op de romp van een aap en vice-versa,
ook kwartel op kip, wordt gezamelijk èn niet pas van lieverlede
tot het hoofd van de ziekte.
De nieuwe identiteit? Arts in de aars (Arschzt im Arsch), ziekte
in het recht, Krankheit im Recht.
4.)
Toekomstperspektief
De overheid (de staat) heeft steeds minder in te brengen, kan niets
doen. Wat er blijft is een samen-klon-tering uit ekonomie en jakkers. De
ethici en wetgevers vinden dat met de „biomassa mens“ al volstrekt menselijk
en menswaardig, kunnen hoogstens nog een beetje afremmen. De normen van
de jakkers worden (en werden allang) fabriek, hebben ingang gevonden in
machines en fabricage-procédés etc. Ze verkrijgen zodoende
de autoriteit van het bestaande.
De gedachten komen via de praktijk in de hoofden van de mannen/vrouwen.
Zodra dat van de jakkers als objektiviteit bestaat (gegenständlich
ist) en via de praktijk, via de hand in het hoofd terechtkomt, daar
kan dan geen begrip als zodanig meer tegen. Daar
zijn er al MFE-kollektieven tegen nodig, want de gedachten, het ziektebegrip,
indien in meerdere hoofden, is al materiele kracht, ziektekracht *.
* Dit Nederlandstalig afschrift ... ook een bewijs, ook tastbaar, leesbaar, bruikbaar èn
uitvoerbaar (de vertalers).
Dus voor tastbaar-heden zorgen, nu meteen al. Daar komt dan nog een en
ander bij en het een bij het ander, van zelf. Maar het begin, dat met de
MFE-kollektieven, dat gaat niet van zelf. Daar moet men/vrouw dan weleens
- hup! - opstaan. Beslissen is alles, jullie hebben geen keus: want wie
de kwaal heeft, die kan en moet ervóór beslissen,
hem/haar blijft zodoende ieder andere keus bespaard, omdat kiezen in de
zaak zelf, in haar, in zijn zaak immers eenvoudigweg helemal niets oplost,
verandert, laat staan verbetert.
De jakker-geschiedenis is op zijn retour. Bij slaven leed de heer een
verlies wanneer ze dood gingen, vandaag een winst. De lijfeigenen waren
er al slechter aan toe dan de slaven. De lijfeigenen waren niet zo duur:
ze moesten hun eigen kroost zelf grootbrengen.
Nu is er de grote dialektische omslag: iedereen is totaal waardevol,
onverschillig of levend of dood. In de realiteit is dat feitelijk een kwalitatieve
sprong. De menselijke samenleving ontleedt zich in zeer waardevolle onderdelen,
nier, etc. De mens is niet meer slechts in het stadium van het dier, zoals
tot nog toe, maar hij wordt teruggeworpen naar het stadium van de planten
dan wel de mineralen.
Werd er al in de middeleeuwen gezongen „media in vita in morte sumus“
(midden in ‘t leven zijn wij in de dood), dan zijn wij daar vandaag al
een stap verder, namelijk op het verlengde: midden in de dood zijn wij
in het leven. Nee, niet de reanimatie is bedoeld, niet de apparatengeneeskunst
maar veeleer: dat begint allang vóór de geboorte (amniocentesis,
ultrageluid, prenatale diagnostiek). Er zijn alleen nog maar doodgeborenen,
niet pas sinds Gretchen (Goethe, Faust I). Kunstmatig in het lab of conventioneel
per buik wordt alleen maar nog iets doods in het dode ingeboren. De iatrokapitalistische
verhoudingen zijn van meet af aan en effektief lijkenstapels, dood anorganisch
kapitaal, dingtuig, realiteit, ja, de realiteit, de wereld der zaken (res,
Lat.: zaak, vandaar de naam realiteit. Rebus, een raadsel nog steeds?).
En wat zich daar nog steeds verroert, dat wordt er ter plekke uitgedreven
of afgedreven. geaborteerd. Daar helpt alleen nog maar ziekte, krankheid:
leef om te krenken!, krenk om te leven, alleen wie krenkt heeft gelijk,
doet recht, kortom: Krankheid in het Recht [SPK/PF(H) 1983 v.v., crescendo
ed accelerando, forte, fortissimo].
En, nog even over de middeleeuwen gesproken, over kruisriddermentaliteit
in het SPK (prof.dr.dr. Heinz Häfner* 1970, hä,
hä), ja zelfs sektarische kruisriddermentaliteit, ja „sektariers“,
dat zijn wij volgens deze universiteitsmedicus-filosoof altijd al geweest,
nazi’s hebben ons ervoor uitgescholden, linkse lieden hebben ons ervoor
uitgemaakt en zelfs de een of ander uit het SPK ontlopen enkeling heeft
in de laatste jaren getracht ons zo helemaal langs de oppervlakte her en
der te „klassenanalyseren“, dat wil zeggen, heeft geprobeerd ons te ontleden,
ons in onderdelen uiteen te pulken. Oude koek? Hierbij het volgende: In
‘t begin van de middeleeuwen was er het tempeliersverbod** . Wie
zich onderwierp mocht in andere orde-gemeenschappen, organisaties en partijen
verderleven. Velen hebben zich niet onderworpen. waarom? Ze hadden iets
beters gevonden dan het leven, het gewoontegetrouw zogenaamde leven, dat
toch al geen leven is. Ze werden onthoofd. Wat zouden die benijdens-WAARDIGen
vandaag doen? Ja, destijds wàs dat er nog niet, dat overplanten
van organen naderhand en dat verderlevenmoeten in iets vreemds, in een
vreemd iemand, in de tot een nog hogere macht (Iatrarchie) verheven
(gepotentieerde) vervreemding. Want, vandaag meer dan ooit: Het leven komt,
dat weet je wel/ uit een cel/ maar eindigen hoeft het allang niet meer
te hoeven/ en al helemaal niet slechts en ijdel-enkel bij zogenaamde boeven
(Das Leben kommt auf alle Fälle aus einer Zelle / aber enden tut
es längst nicht mehr in einer solchen / und schon gar nicht mehr nur
eitel und einzig bei sogenannten Strolchen).
* Heidelbergse universiteitsarts & kliniekdirekteur, specialist in de sociale psychiatrie,
één van de aanvoerders van de artsenkruistocht tegen het SPK: „... het zelfmoordrisiko
blijft te overzien, berekenbaar ...“ (de vertalers).
** Tempeliers: geestelijke ridderorde 1119-1312 (de vertalers)
Wie niet pro-ziekte is, ziekte niet belijdt, zich niet, buiten alle artsen
om, zelf als ziek brankmerkt (wer nicht Krankheit bejaht, für
Krankheit ist, sich dazu bekennt, sich selbst, allen Ärzten voraus,
als krank brandmarkt), die bedrijft volautomatisch jakkerspolitiek,
is collaborateur van het iatro-nazisme van het KZ-crematorium tot en met
de gen-techniek en doet eraan mee zich zelf om zeep te helpen (iedereen
is genetisch ziek, niemand is genetisch ook alleen maar o.k., maar eerder
k.o.; zie h i e r b o v e n ), en wel eindeloos, in eindeloos hergebruik
en eindeloze verdere exploitatie, in eindeloos recycling. Daar heb je ze
dan, de eeuwige herhaling van hetzelfde (Nietzsche). Zegt u er maar gerust
uw krachtig jakkers-ja bij, heren en dames herenmensen. Maar met de verveling
neemt niet slechts de pijn toe maar ook de reddende ziekte. Heb je werkelijk
nog de zijpaden en omwegen van de genetica nodig om daar achter te komen?
Heel dichtbij, voor het (be)grijpen dichtbij ligt de reddende ziekte in
vlees en bloed, het revolutionaire want zieke erfgoed, tegelijk erfmassa
van alle revolutionaire ervaringen tot nu toe sinds Adam en Eva (Bakoenin
doet de groeten). Waarom dan in de verte zwerven, wanneer het goede toch
dichter bij helemaal niet zou kunnen zijn?
Blijf gerust ijverig verder lezen, studenten, ook jullie Foucault:
Discipline, toezicht en straf. Misschien vinden jullie dat daar ergens
aangestipt. Wij hebben daar in ieder geval geen vondsten kunnen doen. En
juist jullie po-sitief thinking, wie heeft daar baat wij? Het is via de
po, de pispot, voor de poes, voor de aar(t)s (Arschzt) en die is
alles behalve jullie meest edel (geslachts-)deel.
Wat geeft aanleiding tot vreugde bij deze ontwikkeling?
Tot nu toe zijn er mannen/vrouwen nog alle kanten op gerend, tegen
de staat, vóór de grondstoffen, vóór een beetje
geluk door drugs, vóór en tegen buitenlanders, tegen de aftakeling
van de sociale voorzienigheid, de „zorgzame samenleving“ en de werkgelegenheid,
het milieu, Umwelt, Dummwelt, ondeelbaarheid, individu en atoom, ondeelbaar,
zoals de naam al zegt (haa, haaa). Dat valt allemaal weg, valt daarvoor
veel beter te overzien, wordt overzichtelijker.
Iedereen kan rondlopen met het bewustzijn dat hij miljonair is, zonder
een cent op zak. Alleen, hij kan zijn eigen organen niet terugkopen, eerder
wellicht nog ieder ander yuppie-design. Wie in de afgelopen 30 jaar bij
de dokter was, kan er gerust naar toe blijven gaan. Die is verloren. Wie
aan medicijnen en drugs gewend is geraakt, kan gerust nog ietsje harder
gaan. Orgaansgewijs zal hij/zij nog steeds het een of ander te bieden hebben.
Wie zijn eigen huid niet meer leuk vindt, geen probleem. Uit de lichaamscel
van een afgestorven onbekende zijn er inmiddels op grote schaal huiden
ontsproten. Je zelf word gevild en het nieuwe behangsel wordt je van oor
tot oor aangenaaid.
Tja, beste astro-vriend, de jakkersklasse heeft nog een heel
andere kruising teweeggebracht als er in „Stern“ of „Spiegel“ of „Vrij
Nederland“ of „Elsevier“ enz. te lezen valt. Zij, de jakkersklasse heeft
het waterman-tijdperk, het computer-tijdperk, helemaal onderhands allang
met het kreeft-(cancer-)tijdperk gekruist, voordat het waterman-tijdperk
pas goed kon beginnen. De esoterici kunnen hun strijd afblazen over wanneer
het waterman-tijdperk nou eigenlijk aanvangt. Denk maar eens aan je kankercellen,
kijk eens hoe dat spruit en spuit, verheven lichtgestalte die je voorgeeft
te zijn. Wat is een gekloond mens? Een tot ontspruiten gebrachte cel, een
kankercel dus, door middel van elektriciteit. Daar heeft ook de waterman
nog iets in de pap te brokkelen. Steeds tot uw dienst, dokter. Maar ook
de ziekte kan ontploffen (SPK 1970/71). De kanker wordt door de gen-geneeskunde
afgeschaft? Ja, zeker weten, ook het kanker-(„kreeft“-)tijdperk gaat ooit
over, dat is dan over circa 2500 jaar. Dan komt de tweeling. Castor en
Pollux, Castor vooral* .
* Immers, ... ook de containers waarin in Duitsland radioaktief afval wordt getransporteerd,
heten Castor (de vertalers)
Bij de Gamma-filiales is er silikone te koop. De arts maakt ervan voor
jou een paar compacte borsten wanneer men/vrouw dat graag wil. Het doet
er ook niet toe of iemand passief of aktief is, „zijn“ waardevolle organen
blijven dezelfden. Nu kun je gerust dom en onideologisch blijven, hoef
je niet meer in allerlei bochten te wringen en in te spannen. Omdat iedereen
toch al voor stom, voor grondstof is uitgemaakt. Van overbevolking en overvol
land enzo kan er geen sprake zijn, want jakkers zijn er niet zo veel, de
rest telt niet mee, is mensenmateriaal.
Als er iemand komt met: Er wordt niets zo heet gegeten als het gekookt
is. Jawel, okay. Maar de jakkers hebben daar zo hun eigen voorstellingen
van het paradijs, al in het verre verleden, in de 60er jaren (congres
„Man and his Future“): Vanaf nu (1962) tot dan (2000) wilden zij
in werking en officieel-edelhoogachtbaar geïnstallerd hebben, wie?
De Wereld-Gen-Raad, de artsen-wereld-regering,
voorzien van een netwerk van genetische bewakingscentra („adviesbureau’s“)
bij de nationale regeringen, bij de administratie, bij de gemeentepolitie,
in de scholen. Oorlog zou dan niet meer plaatsvinden, (oorlogen zát
alweer sind 1960!), ook geen omwenteling en geen opstandigheid (foutje!
ha, ha), niet eens meer "openlijke geweldpleging" of „verzet tegen het
bevoegd gezag“, want de betreffende genen zouden al preventief zijn uitgedelgd.
De wereldbevolking zou tot het jaar 2000 allang ook in aantaal onder controle
zijn, door clandestine toevoegingen in voeding en drinkwater gesteriliseerd
en onvruchtbar gemaakt. Geselekteerde paringsparen krijgen nu en dan een
tegenmiddel voor het gewenste nageslacht, maar het juiste, medisch correcte,
te weten: „mensen zoals wij“, sprak de medischen Nobelprijswinnaar.
Jawel, maar ook daar ziekte al volop aanwezig, kijk maar hoe fantasie-geremd
en -gebrekkig de herenmensenkwekers zijn met hun „utopie“. Maar niet alles
is al afgestorven en opgegeten van dit doodgeboren gedrocht. Wat betreft
wereldregering: Daar zou zelfs menig een ander nog achteraf angstig
of benauwd kunnen worden als hij zich nog de wereldregeringsakties voor
de geest zou kunnen halen, de „precieze chirurgische operaties“. Honderden
doden, vrouwen en kinderen in de gebombardeerde schuilkelders voor de burgerbevolking,
maar ook de commandotroepen totaal verminkt achteraf, en wel door medische
behandeling vóóraf, niet door de militaire vijand. Friendly
killing, een vergissing in afzonderlijke gevallen?! Dus
wie is de vijand? Of te denken aan de „humanitaire akties“ onder het uithangboord
van het (bloed-)Rode Kruis in de hele wereld, alles steeds helemaal „neutraal“,
„niet-politiek“, „zuiver humanitair“, „non-gouvernementeel“, „zuiver medische
hulp“. In aktie al naar gelang de opportuniteit, zoals het telkens uitkomt
(belangenpolitiek (Realpolitik), ook groene belangenpolitiek!):
Wereldgezondheidsorganisatie, UNO, „Artsen zonder Grenzen“, „noodartsencommissies“
enz. Daarbij worden er hele continenten op de sterfrekening bijgeboekt,
de selektie door artsen zoals in Auschwitz, hier op megaschaal, Auschwitz
in ‘t kwadraat; en dan over Nooit Weer
Nazi-Fascisme gesproken - - .Tegerlijkertijd is dat een ruim experimenteerveld,
alles onder de medische norm (weeskinderen die niemand mist, vluchtelingen
die niemand kent). Ook het imperialisme is niet meer wat het ooit geweest
is, maar: Iatro-Imperialisme.
Wie vindt: Heb ik niets mee te maken, is immers ver van mijn bed, Derde
Wereld enzo -? Helmaal mis! Dezelfde proefnemingen en experimentenreeksen
met bijv. radioaktieve besmetting per vliegtuig op de eigen bevolking in
USA, met het doelgerichte verspreiden van biologisch-bakteriele besmetting
midden in London en aan menig mooi vakantiestrand, niet alleen aan de Middellandse
Zee. En wat zegt de dokter/arts, wanneer de nier stuk is, de lever? „Helaas
zijn er immers nog steeds veel te wenig orgaandonoren, want anders zou
men bij u ...“
Die eten heet, heet- net als koud-gekookt, heel cool en in al
hun partikuliere en ambtelijke waardigheid. Er zijn nu eenmaal ook
beschaafde kannibalen. Waren er ooit andere? Reeds Voltaire in de 18de
eeuw had daar zo zijn twijfels.
Het experimenteerveld is vrijgeruimd, de klopjacht op mensen is geopend.
Gen
heette bij de nazi’s erffaktor. Vandaar de erfgezondheidswetten
(de allereerste nazi-wetten trouwens, meteen na hun machtsgreep in 1933).
Wat volgde is bekend. Al in de 19de eeuw was dat er, ontdekt door Gregor
Mendel, een gesjeesde en tot monnik gemuteerde schoolmeester. Daar heette
het erfelijke kenmerken. Rudolf Steiner, de antroposoof, destijds
ook voor „de zwarte generaal“ uitgescholden, vandaag door veel politieke
lieden als racist aan de kaak gesteld, heeft niet op de laatste plaats
in de jaren twintig het misbruik van dit „biologische apparaat, anders
niets“ voor het eind van deze eeuw voorspeld en dringend gewaarschuwd,
in ieder geval, tenminste dat. Vandaag is dit feitelijk tot experimenteerveld
geworden, een ruim veld en „Ahriman“ doet de groeten. En de antroposofie?
Die groet terug, zo ongeveer volgens de leus: onderzoek alles, kies het
beste (warenhuis-jargon, opruimings-uitverkoop).
Wat de nazi-jakkers dan hebben aangericht is een voldongen feit. Oorlogsbegin
was na oorlogsbegin. Begonnen is het
namelijk met de moord op 275 000 patiënten wegens ziekte (Euthanasie
= Euthanazi, altijd! en waar dan ook!), wel-voorbereid al tientallen
jaren eerder en wel vóórdat er een Hitler überhaupt
bestond. Het moordrisiko viel te overzien (Ja, er is niet slechts een zelfmoordrisiko
dat te overzien valt; Leferenz* /Häfner-spraakformule voor
de uitroeiïng van het SPK in 1971). Vandaag de dag is er vakwerk aan
de winkel, vakwerk van de jakkers, en het gaat om alles behalve om een
voltooid verleden. Ging het er destijds om de selektie en vernietiging
van miljoenen in Europa, vandaag gaat het er om de wereldbevolking, om
miljarden. Ja, ook slechte dingen hebben hun tijd nodig - maar ten minste
de data zijn dan aleens geregistreerd.
* Leferenz: hoogleraar, gerechtelijke psychiater, herenmensenrechts- & patiëntenmoord-ideoloog al
onder/boven Hitler (de vertalers).
Wat zich inmiddels weer nazi noemt was daar misschien iets te voorbarig.
De jakkersklasse onderzoekt en waardeert namelijk niet de mentale instelling.
Ze bekijkt het erfgoed. En dat is in geval van twijfel bij niemand zo als
het volgens te telkens geldende jakkers-gezondheidsnorm behoort te zijn.
„Nazi“ zijn telt daar niet mee - „Nazi, word als de wiedeweerga arts, anders
komt-ie ook jou halen!*
* 1970/71, het SPK helemaal alleen, nog spiksplinternieuw, ook tegen de burgerweercommando’s
uit de Thadden-NPD (neonazi-partij) die tot alles bereid waren. Wij ook (zie „Über das
Anfangen“, KRRIM Verlag für Krankheit). Ziekte bleef bijeen en volhardde ook daartegen.
Dubbel verblijdend ook dit, en nòg en nog steeds (noch und nöcher).
Tja, de wereld in haar huidige toestand kan zelfs artsenhersenen op allerlei
ideeën brengen, heel spiritualistisch (idealistisch). Die kunnen
ook niet zoals ze willen? Wèl. Die kunnen. En die doen ook
wat ze willen. Ja, die doen zomaar wat ze willen. Maar wij ook. Daar blijven
wij materialisten in ons doen en handelen, handelend tegen die „spiritualisten“
(Idealisten) in ’t groot net als in ‘t klein. Daar blijven wij diapathische
materialisten zelfs, met al onze zieke erfmassa sinds Adam en Eva. Bij
ons, in ons hechter gezelschap, en op sommige plaatsen elders ook, daar
klopt de wereld al enigszins. Geen eindeloos repeterend herveegsel (Wiederkehricht),
maar permanente veeguit: de jakkersklasse op nuldieet, dag in - dag uit,
rond de klok, de volle 24 uur per etmaal *.
* Ieder ogenblik bevat je hele leven, ja het gehele heelaal; het heelal is in ieder
„afzonderljk“ ogenblik geheel present - „ziekte het algeheel met toekomst“ heet dat al
sinds 1987 - vgl. het boek met die naam door het SPK/PF(H), 1988 (de vertalers).
5.)
Wat de machinaties van de iatrokratie betreft, daar kan geen staatshoofd
ooit tegenop geen politicus, geen politie, geen militair. Immers: wereldregering,
en wel medisch, alles voor het HEIL. Proost G’SSondheit!!
Al in 1988 hebben wij geschreven: DE WERELD IS ALLANG ONREGEERBAAR.
Wie een testament tegen orgaanuitname maakt, gokt erop dat de overheid,
de staat en de wetten werkelijk van kracht zijn, iets kunnen bewerkstelligen.
Of en hoe dat in zijn werk gaat, is echter afhankelijk van de wisselvalligheden
van de ekonomie. Zoals bekend, is de ekonomie anarchisch en irrationeel,
behoeft vandaar dus permanente controle. Het hoe en waar en wanneer ervan
regelt de medische norm in nauw verbond met de principieel ongeneeslijke
kapitalistische ekonomie; regelt de medische norm voraal en niet
in de laatste plaats ook in staat, parlement, wetgeving, executieve organen
en meningsvorming, zwak, zwak, van grond af aan besmet, aangetast meer
nog dan het ekonomisch-medisch komplex in zijn geheel, iatrarchie, iatrokratie.
Die besmetting, aantasting vandaar ook jouw ziekte, beste gen-vriend, beste
land-gen-oot. Meneer Kohl, Helmut, zal ‘t winnen, hoe dan ook, want Kohl
(kool) = groente, orgaandonor in ‘t kwadraat, publieke sla-voorproever
(op tv natuurlijk) voor nog meer Tsjernobil, al in 1986.
Toevoeging (Huber):
Dat is niet persoonlijk bedoeld. Kohl is afkomstig, dat zegt-ie zelf,
van Köhler (kolenbrander). Dat zijn eenzame lieden in ‘t duistere
bos. Hij heeft al in 1976* publiekelijk in de Bondsdag (2de
Kamer) ons gezelschap gezocht, vrezende dat wij zouden zijn ondergedoken.
Om hem hoeven juist wij, verklaarde frontpatiënten, ons dus even weinig
zorgen te maken als om miljoenen normoijakkers. Maar verkoold als dichtgenaaid!
Verkoold** en (dicht)genaaid, dat is namelijk jakkershandwerk. Ze
komen en gaan, de volksverkolers. Geen geigerteller tikt nog juist. Maar
de verkoolden zijn kritisch. Ze trappen er weliswaar niet in op een politicus.
Maar ze kiezen de jakkers-norm en bevroeden het niet eens. Bij de dokter
gaan ze dan de computer-printout halen van hun gen-definitiegetrouw zieke
erfmassa. Dan weten ze wat ze gekozen hebben. De beslissing van de arts
is dan hun winnend lot. Of het zijne? Aldus sluit zich de cirkel, de regelkring,
de vicieuze, de duivelse cirkel tot de alleen heersende, tot de alles doorheersende
jakkersklasse. Kohl is daar geen naam, geen persoon, geen adres, geen aanduiding,
geen betekenis, maar eerder wellicht een biotoop, niet eens een kaart uit
een kaartspel, laat staan een troef. En hun kleur is legio. Dus terug naar
het biotoop, als een middelding tussen alternatief begraafplaats en genfabriek;
want anders dan bij de klassieke begraafplaats, anders dan in de klassieke
(begraafplaats-)maatschappij maak jij, beste gen-vriend, beste land-gen-oot,
kind en kleinkinderen inbegrepen, goeie kansen om in een biotoop-genfabriek
monter verder te gaan vegeteren, d.w.z. iets dat eeuwigheden terug ooit
deel van jou was, onverkoold-verkoold (onbedot-bedot), indien er geen streep
door die rekening wordt gehaald, gemaakt.
* In jan. ‘76 werden W. en U. Huber als laatsten na 4 ½ jaar eenzame opsluiting, isol. folter,
dwangvoeding, hongertortuur enz. uit de Duitse gevangenis ontslagen (de vertalers).
** Verkohlen heeft in ‘t Duits de betekenis van iemand bedotten, beduvelen, een oor aannaaien (niet iedereen denkt
misschien hier meteen aan de bekende Duitse zegswijze „verdammt und zugenäht!“) (de vertalers).
Testament tegen orgaanontname? Wie controleert dat? Bij iedere dode een
officier van justitie (Staatsanwalt) aan het bed? Heeft ooit iemand
een dood familielid in het ziekenhuis of in het verpleeghuis gezien en
de deken weggetrokken, het lijk bijv. zelf gewassen of minstens van voren
en van achteren, boven en beneden heel goed bekeken, daarbij de onaangetastheid
van het lichaam geconstateerd?* De meesten zien een hoofd
uit het dekbed steken. Wat onder de deken ligt, wordt niet gekontroleerd,
bijv. stro, zaagmeel en klosetpapier in de lichaamsholtes. Of is daar steeds
de officier van justitie aanwezig wanneer er gestorven wordt en confisqueert
eerst even het lijk? De staat komt in die normaal-zones helemaal niet voor.
Is dat goed of slecht? Voor patiënten is dat eender. Voor ons is er
iets heel anders aan de orde. Daarover meer in het volgende. Voor het evenwicht
en om bij te komen na al die vieze lijkenlucht. Want ook eigenlof, ons
eigen, hoe welberedeneerd ook, stinkt. Maar wat zijn moet, moet
zijn.
* Begin maart ‘98 zei zo’n med.-jurid.-psycholog. hoogleraar nog op de Nederlandse radio dat
je het gegarandeerd niet ziet aan zo’n gesloopt lijk „dat er iets weggenomen is“, en dat
zo’n lijk dan ook nog netjes „binnen de normale periode“ bij de nabestaanden wordt
afgeleverd. Dit nota bene om kandidaat-donoren bij de komende landelijke donorregistratie-
van-overheidswege aan te moedigen! (de vertalers).
ARTSENKLASSE MOET WEG, DAT IS HET
DEELPROBLEEM DAT IN DIT GEVAL OM OPLOSSING VRAAGT.
(De afzonderlijke enkeling kan niets doen, kan hen niet
beletten hun bedrijf te blijven uitoefenen? Helemaal mis.
Een derde van de bevolking gaat hoe dan ook nooit naar de dokter.
Geloof jij dat die - - „gezond“ zijn?, in het volledig bezit van het levensgeluk
heet dat namelijk, volgens de wereld-gezondheidsorganisatie).
KLASSENLOZE SAMENLEVING IS HET DOEL. HIER MET DE
PATIËNTENKLASSE!
Niemand anders gaat dit probleem te lijf, niemand anders heeft daarvoor
de oplossingen, behalve wij, SPK/PF.
In ons eigen hecht gezelschap komen bijv. dialyse- en hartoverplantingsrisiko’s
eenvoudigweg niet voor. Ook zonder de gendiagnostiek weet iedereen afzonderlijk
van zich en van de ander wanneer en òf hem/haar een (aan)slag („aanval“,
„beroerte“) op de hersens te wachten staat, op ‘t hart of op de nieren
(insult, infarkt, apoplexie). Vooral echter: zo gezegd, zo gedaan.
Schokbrekers zijn er tegen iedere slag (iatrocide). Het slaat dan
naar elders toe uit. Daar slaan wij niemand iets uit of af, maar altijd
heel doelmatig. De maand mei is in aantocht* , zelfs nog de allerlaatste
groente, zelfs nog de boom, ook de Duitse, kon daar altijd al en nog steeds
in ‘t blad schieten, als we dan met z’n allen al groenten zijn voor de
artsen. Iedereen kan voortaan naar de dialyse gaan rennen, naar de hart-
en hoofd-verplanter, naar de „tuinman“, voor ‘t overenten, groente, groenten.
Voor ons zijn er nauwe grenzen getrokken in ons hecht gezelschap. Het oude,
de oude maatschappij heeft de illusie van de vrijheid nodig, namelijk te
kopen en te verkopen wat iedereen wil, altijd al ontleedbare organismes,
zgn. mensen bijvoorbeeld. Dat is vrijheid, en niet slechts de illusie ervan.
Dus: dialyse, orgaanverplantingen, ga zo maar door: ieder zijn meug, ieder
kind zijn luchtballon.
* De bomen al aan’t uitbotten, zoals ‘t Duitse liedje gaat, of „een nieuwe lente een nieuw
geluid“, zoals H. Gorter in 1889 begon te zingen (de vertaler).
Wie op „zijn“ verder“leven“ aandringt en anderen daarvoor laat afslachten
en uitnemen, slopen, die behoort zich minstens te schamen. Daar zou al
veel eerder en ook toen al nog veel nadrukkelijker (entschiedener)
op iets heel anders behoren te zijn aangedrongen, namelijk op een maatschappij
waarin dergelijke vragen al helemaal niet aan de orde komen, waarin dit
soort „grensgevallen“, waarin dergelijke minderhedenproblemen zich helemaal
niet voordoen. Wij zelf weten waar we het over hebben, want meer dan één
keer al waren wij de „grensgevallen“, waren wij de „minderwaardigen“. Waar
waren toen de predikers die zich voor ons ingezet hebben? Ze waren in Heidelberg
en Stuttgart. Ze heetten rector magnificus en godgeleerde Rendtorff en
cultusminister en godgeleerde Hahn. En wat hebben zij destijds gepredikt?
Weg met dat onkruid! Ruimen, uitschakelen met alle middelen die de staat
ter beschikking staan! - Nou ja, inmiddels is immers kannibalisme en lijkenpikkerij
(orgaandonorschap) een onvervangbaar must van de christelijke naastenliefde,
heeft dominee Brinkmann jongstleden op de (Duitse) televisie gepredikt.
En dat was het enige wat hij, volgens eigen zeggen (!) was vergeten: het
orgaandonor-formulier op zijn schrijftafel in te vullen.
Wij hebben de artsen afgeschaft in verschillende van onze hechtere
gezelschappen, gezelschap, samenleving in ieder geval, goed gezelschap
zelfs, want immers zelfgemaakt, geen „grote“, geen „kleine“ familie, helemaal
geen familie, zonder artsen = artsvrij, het reëel voortbestaand „beter“
gezelschap = maatschappij ten spijt. Wij doen dit al sinds meer dan 30
jaar, en wel artsvrij en zonder artsen (artsloos) onder alle omstandigheden
en onder de meest verschillende condities, in de kliniek, in de tezamen
kollektief bevochten SPK-ruimtes, in de bajes en onder prosecutie, in advocatenkantoor
en rechtbank, in KRANKHEIT IM RECHT. Absoluut therapievijandig treden wij
ook op in het Europa-parlement, bij de UNO en bij de Wereldraad van Kerken
(Geneve), in Stuttgart en in Bonn, in tijden van zogenaamde algemene politieke
afmatting en moeheid (Politikverdrossenheit) evenals in tijden -
en ten spijt van of ondanks - zogenaamde rumourigheid, revolte. Al die
groots klinkenden strategie-blauwdrukken zijn verdwenen, enkele lieden
uit die richtingen moeten inmiddels tegenover jongeren op z’n minst veinzen
spijt te hebben dat ze, destijds in Heidelberg bijv., het SPK hebben bestreden.
Het aanvalsdoel van de jakkers is het afzonderlijke lichaam. Komt bij
ons niet voor. Andersom echter wel. Waar naar toe met het lijk? Jullie
Touring zal daar wel tekortschieten (Euer Touring wird da nicht reichen.)
Wij weten waar onze organen veilig zijn, ook nog als onderdelen van een
lijk. Lijk-onderdelen van jakkers verkopen wij niet. Wij zijn helemaal
en principieel tegen ieder kopen en verkopen als zodanig. Maar helemaal
zonder compromis gaat het ook in het nieuw gezelschap nog niet. Die
Mauer wird fallen (W. Döbereiner) (De muur zal sneuvelen).
In 1987 hebben wij in het openbaar de toekomstvoorspelling gedaan dat
er in de zomer 1989 een ineenstorting (Krach) zal plaatsvinden!
De toepasselijke, voor ons zelf nodige voorzorgsmaatregelen dienden te
worden genommen (Die entsprechenden, für uns selbst nötigen
Vorkehrungen waren zu treffen.) In 1989 is de DDR ineengestort en vooralsnog
het gehele zogenaamd „onderontwikkeld“ oostblok-kapitalisme eveneens.
In de alertere gedeeltes van de buitenlandse pers staat er over SPK/PF(H):
-
SPK/PF(H) konstitueert het schaakmat en tegelijk de geanticipeerde
afschaffing van alle genocidale tendenzen ook in het 3de millenium.
-
Na Engels en Sartre is SPK/PF(H)-Huber de eerste die het voor elkaar heeft
gekregen, de vervreemding materialistisch in de greep te krijgen,
namelijk
als ziekte.
-
De meest radikale aanval tegen de logistieke wortels van het huidige
computertijdperk is afkomstig van Huber-SPK/PF(H), namelijk: onder
de significant ziekte, die in zijn tot nog toe bestaande vorm
een vloek is, is voor de computers (onder de artsenklasse) geen patiënt
meer „heilig“ en allen zullen voor verwijdering worden geselekteerd,
alle verwekten, de kunstmatig verwekten al bij voorbaat en al helemaal
de „natuurlijk“ verwekten.
-
Het partikuliere militarisme in de alzijdige burgeroorlog dient te worden
opgelost en opgeheven en wel zo als dat het SPK met het ongericht protest
van de patiënten tegen elkaar is gelukt. ¡Naar buiten!, want
vàn buiten. SPK paradigma ook hiervoor.
-
SPK/PF(H) enigste verdere ontwikkeling van de revolutie in tijd
en tegenwoordigheid* .
* Nou en òf! Ook proefondervindelijk! Ook aan den lijve! ... En altijd „live“! MFE
(de vertalers).
In de V.S. zeggen ze over ons: SPK/PF(H) heeft bewijs geleverd hoe je tientallen
jaren lang kunt blijven bestaan zonder je bezig te houden met „problemen“
zoals AIDS, allergie, griep, kanker, beenbreuk en dergelijke, omdat dit
immers vormen van de ziekte zijn, die je effektief en realiteitsveranderend
slechts buiten iedere geneeskunde en zonder geneeskunst en therapie kunt
en dient te bejegenen. Op deze grondslag van zijn resultaten kan SPK/PF(H)
ook als solide basis voor alle andere verzetsbewegingen dienen, omdat geen
enkele beweging buiten ziekte ook maar bij benadering volledig is, laat
staan enige geloofwaardigheid kan opeisen, wanneer die basis en de theoretische
op- en uitwerking ervan niet de hoofdzaak is, overschillig of zo’n beweging
zich nou anti-racistisch, anti-kapitalistisch of anti-patriarchaal (feministisch)
noemt.
Zelfs vijandig tegen ons gerichte publikaties (Geneefs Archief voor
Politieke Processen) hebben van het SPK „wondergenezingen“ gedokumenteerd.
„Geen wonder“, zeggen weer anderen over ons, „dat die zo veel
dingen voor elkaar krijgen, dat zijn er minstens 1000 lieden in één
stad“; en die anderen kennen ons alleen maar aan de hand van onze daden
en publikaties, zonder persoonlijk kontakt ooit.
De verspreidingsradius van de SPK/PF(H)-publikaties loopt inmiddels
in de miljoenen. Kommentaar op een massa-festival in Berlijn: „Ik was hier
bij heel verschillende woongroepen op bezoek. Maar waar je ook komt, er
ligt minstens één boek van jullie op tafel.“
Enkel en alleen het werkzame weten over ziekte
en het slagen van de utopathie (zie beneden) is kriterium voor „juist“
en „fout“ in wat vroeger politiek heette.
Ziekte was altijd al de kern van iedere revolutionaire verandering,
ook wanneer er op de voorgrond om „land“, „brood“, „vrede“ en „vrijheid“
werd gevochten. Maar vandaag, dankzij SPK/PF(H), is ziekte voor het eerst
uitdrukkelijk
als revolutionair gesignificeerd, aangeduid.
Het revolutionair-subjektieve waren altijd al
en te allen tijde de ziektes, de door de artsen en de telkens
heersenden als ziektes onderdrukte protestvormen, de ziektes
op weg en met de bestemming ziekte te zijn, de Gattung (soort) ziekte,
de Gattung (soort) mens, de mensheid in haar veelvoud en eenvoud
als mensensoort (Menschengattung), of beter gezegd, dubbelvoudig,
nooit eenvoudig, ziektes en ziekte in het dialektisch
proces, mogelijk en werkelijk slechts in een arts- en therapie-vrije wereld
van de utopathie, die geen utopie is, want uitvoerbaar en werkzaam,
zoals zicht en tastbaar is geworden (wie sich gezeigt hat).
Grondslag van al het andere dat bestaat is vandaag de dag het verbond
van jakkers en ekonomie (alles rondom ziekteuitbuiting, medisch-industrieel
komplex het biggest business). Eerder bijzaak daarbij de staat. Maar ook
die bestaat nog, net al politie en militair, als dodingsmachinerie en ten
behoeve van „vroegtijdig waarschuwingssysteem“, helemaal niet te onderschatten.
Maar alles onder het commando van het artsenstelsel, onder het diktaat
van de NORMOISIE (de oude bourgeoisie, zoals nog ten tijde van Marx, is
passé)
Daarentegen is het revolutionaire subjekt
onuitroeibaar en niet korrumpeerbar en was altijd al wat het vandaag is
een aanstonds al helemaal, te weten: de ziekte gedefinieerd
als patiënt (die Krankheit unter der Bestimmung Patient),
en
wel dan wanneer de klasse der frontpatiënten tegen de heersende artsenklasse
staat, niet als organisatie of vereniging, maar
in de doelgerichte en gebundelde aktiviteit van het Multi-Fokale Expansionisme
(MFE), wij noemen het ook warmtelichaam, dat bestaat en dat al heeft bestaan
als Socialistisch Patiëntenkollektief, dat altijd al heeft bestaan
als de werkelijke grond en het bewegende principe van alle revolutionaire
initiëringen, als ze dat dan echt geweest zijn, onverschillig
hoe ze zich zelf hebben begrepen, overschillig hoe ze geëtiketteerd
zijn, ongeacht welke overige etiketten ze telkens hebben overgenomen, vanaf
de zogenoemde Spartakisten in de oudheid tot aan de Raden en de sans-culottes
in nieuwere tijden.
Ook de revolutie heeft een ander gezicht gekregen. De nieuwrevolutie
krachtens ziekte zal bij menigeen bepaald niet in ‘t oog lopen; overlopen
van (stro-)vurig enthousiasme met oorlogsgeschreeuw en groot poeha zal
ook niemand, niets met slachtsoffers en martelaars, helden. De vraag komt
niet eens op: komt er naderhand iets beters. Alles al voltooid verleden
bij
ons, nee: futurum-plus-quam-perfectum. Een principiële
heroriëntering is vereist, dat wel. Niet slechts voor ieder hier in
aanmerking komend nieuwbegin. Dat gaat geenszins pijnloos. Van zelf worden
oude gewoontes broos en gebrekkig onder ziekte. Geen één
voor die dit jammer is. Dus: geen enkele comsumptie-, geen enkele drugs-dwang.
„Jullie doen er wel vrij gemakkelijk over, terwijl wij toch heeel breeeed
uitgewaaierd politiek bezig zijn.“ Om de paar weken, om de paar maanden,
ieder jaar weer, wellicht her en der, nu en dan een „aktie“, en de rest
van de tijd vol met meedoen, vol in drukte en gedoe vol bij ’t „leuke dingen
doen“, feestjes, stappen en vol, vol, vol en dicht. Wat moet er daar dan
uit voortkomen, dat vragen wij. Niets tegen Ruig- en groenoorden, niets
tegen blokkades, niets tegen enkelingen die zich volledig uitsloven, afjakkeren
erbij en dan als buit aan de jakkers toe-, over- en uitgeleverd worden,
als afzonderlijke enkelingen al helemaal, vaak genoeg door hun eigen makkers
en maatjes (eigene Leute) voor wie ze tot last zijn geworden.
Breed uitgewaaierd, hoe waar, breedbandspektrum-antibioticum, maar
minder dan niets, schadelijker.
De oude aanvalsvormen dienen opnieuw te worden bekeken wat ervan nog
bruikbaar is. Dat zal niet gaan zonder inventiviteit (Erfindung),
zonder uitvindingen, zonder vindingrijkheid, maar wel zonder oktrooibescherming.
Wij hebben tijdens al die jaren veel uitvindingen
geïntroduceerd, te ontdekken en te ontmaskeren valt er
namelijk nauwelijks nog iets. Wij hebben dit alles al lang vóór
de tijd in de greep. Tientallen jaren terug al hebben wij dat aangepakt,
opgewerkt, uitgewerkt, tot begrip verheven, omgevormd en -gewenteld en
al doende wirkstabil (stabiel in de werkzaamheid, effektiviteit:
werkstabiel) omgezet. Daarvan zijn er vandaag nog onze boeken, ook verkrijgbaar,
onze
sporenconservatie*.
* Opdat er vandaag niemand meer het spoor bijster hoeft te zijn/te raken (de vertaler).
Het operatieve, het operatie-probleem, het „Wat-doen-jullie-wanneer-iemand-een-been-heeft-gebroken“,
dat lossen jullie op door patiëntenkontrole, de rest via iatrocides
(gepathentieerde kracht, d.w.z. kracht uit de ziekte). En wat er verder
is aan protheses, dat zetten jullie in als krukstokken
tegen de artsen, als het ernaar uitziet dat alles al te laat
is (krukstokken: tabll., injectiespuiten, hart-pacemakers, heupen, brillen,
kortom: pathopraktijk in de plaats van, dan wel: en, protheses ook hier).
Hebben jullie al MFE’s, kleine groepen gevormd? De veelheidseenheid
is het enige werkelijke probleem en de enige oplossing. Artsvrije werkelijkheid,
hier ermee!
De tegenstander steeds een paar stappen vóór, wat nodig
is al van tevoren paraat hebben (ap-paraat i.p.v. apparaat). Uitvinden,
uitfantaseren!*
* „De verbeelding aan de macht“, 68er-jargon, was een dodlopende weg - vergelijk hierboven ...
macht, waarde, geweld uit het SPK/PF(H)-vocabulair geknikkerd, al in 1977 (de vertalers).
TAV (Totale Aussage-Verweigerung;
TAW: totale antwoord weigering)* : geen
inlichtingen over jullie ziektes aan artsen en artsenhelpers! Geen handtekening,
geen onderzoeksrapportage (expertise)! Drie meter
van mijn lijf, collega, anders zwaait er wat! Opzij, anders
neem ik maatregelen! (sonst setzt’s was). Dit ons parool sinds de
vroegste Huber-dagen in de jaren ‘70.
* Als beschuldigde ("verdachte") ben je in een „rechtsstaat“ nergens formeel verplicht, tegen politie niet,
voor de rechter niet, nergens verklaringen af te leggen (Aussagen), let wel: verklaringen,
„bekentenissen“ evenmin, uiteraard (de vertalers).
Aanval op de snuffel-voorposten en toeleveraars van de jakkers [wegloophuis,
patiëntenbond of -vereniging, zelfhulpgroepen (arts, help je
zelf ...)], dus aanval!
In het geval van artsenkontakt onder dwang: patiëntenkontrole!
Bijstand in het ziektewezen (Krankheit im Recht) mee erbij! Strafaanklachten!
Aanklachten tegen het bevoegd gezag! Artsenkamers (= Medische „tuchtcolleges“)
voor de civiele rechtbank dagen en verklaringen afdwingen!
Aanvalspunt steeds het medische, de arts, het medische, de arts
ook in ‘t militair, ook bij de politie, bijv. de politie-arts (Vietcong-voorbeeld
- zie Iatrokratie im Weltmaßstab (Iatrokratie op wereldschaal),
SPK-Dokumentation IV, blz. 31-76, i.h.b. blz. 46/7).
Hebben jullie al tenminste uitwijkmogelijkheden gevonden en voorbereid?
Jullie gaan toch zo nu en dan ook weleens op touring. Maar dat wordt door
het reisburo gedicteerd. Dus zelf voor bewegingsmogelijkheden zorgen, buiten
de uitgetreden karavaanroutes van het tourisme.
Vangt aan! Maakt zelf front, patiëntenfront! Doet iets voor jullie
zelf! Stelt eindelijk de patiëntenklasse tegen de allang bestaande
artsenklasse, in plaats van groenten-opslagplaats en orgaanreservemagazijn
van de artsenklasse te blijven, want als zodanig heeft ze jullie gedefinieerd
en wel in de praktijk. Kreëert vele artsvrije patiëntenfrontparadijzen.
De hel is jullie immers al geschonken in jullie bestaande paradijzen. Of
is ze nog niet paradijslijk heet genoeg naar jullie smaak? Men kan ook
van boulimie de hongerdood sterven in het luilekkerland van het stenentijdperkkapitalisme
(im steinzeitkapitalistischen Schlaraffenland), al opgemerkt?
Als de een of ander die revolutie te gemakkelijk vindt, niet lust,
onder zijn waardigheid, onder zijn waarde, onder zijn coolness acht
(ook de waardigheid van zo iemand is immers onschendbaar, tenminste
„de waardigheid“, vgl. de grondwet van Bonn *) dan kan hij/zij er
zeker van zijn dat er geen revolutie bestaat die diep- en doorgrijpender
is, en on-reformistischer. Wie lijkenstapels en andere materieel- en materiale
slachtpartijen prefereert, kan tv gaan kijken of pc spelen, van zijn miljoenenwaarden
gewis, orgaan voor orgaan, cel voor cel, gen voor gen, gedoneerd of ontvangen,
gegeven zoals weggenomen, ontnomen.
* In die van Den Haag heet het „diskriminatieverbod“ (ha, ha), komt op hetzelfde neer: in hun
„waarde“ worden allen gelijk geacht,"in zijn waarde" behoort iedereen te worden „gelaten“, zegt zelfs de
volksmond (de vertalers).
Voor de eerste mei appelleren wij dus weer eens aan ons en onsgelijken,
dat wil zeggen deze keer aan bijna allen.
Vor het geval dat hiervan alleen al iemand sprakeloos wordt, dat het
hem/haar de adem beneemt, wellicht zelfs de speekselstroom onderbreekt,
evenals de zogenaamde daadkracht (korrekt: ziektekracht, krankheidskracht),
moderne sensibiliteit (Sensibilität) met of zonder sensitivity
trainingstherapie, geraakt, zelfs gekrenkt (hopelijk minstens zelf gaargekrenkt
(gargekränkt)?), een vorm van afweer die helemaal niet afweert,
laat staan verhindert of onmogelijk maakt, dan is zo iemand ook met slagzinnen
in de vorm van leuzen en parolen of wachtwoorden, door wie dan ook alsmaar
achter hem/haar angeblèrd, naderhand niet meer te helpen.
SPK/PF(H) 1997